Dyslexie | Signalen

Signalen per leeftijdsgroep
Per leeftijdsgroep zijn er verschillende signalen die er op kunnen wijzen dat er aanleg voor dyslexie bij het kind is.

1. Signalen op kleuterleeftijd

In groep 1 en 2 is dyslexie nog niet vast te stellen, maar er kunnen wel signalen zijn die een risico op dyslexie doen vermoeden. Bijvoorbeeld wanneer het kind:

een algemeen zwak taalniveau heeft
slecht versjes kan onthouden en slecht kan rijmen
moeite heeft met het aanleren van willekeurige afspraken, zoals de begrippen 'links' en 'rechts' en de namen van kleuren.

Uiteraard ontwikkelen niet alle kinderen met deze problemen dyslexie. Wat zeker een voorspellende waarde heeft is een vertraagde spraak-/taalontwikkeling en het voorkomen van dyslexie in de familie.

2. Signalen onderbouw Basisonderwijs
Signalen voor dyslexie in groep 3 kunnen zijn:

lang spellend lezen of vroeg radend lezen
moeite met aandacht voor verbale informatie
moeite om het verschil te horen tussen klanken als m en n, t en k, ba en da, met ritme, klemtoon en de betekenis van woorden
moeite om verschil te zien tussen bijvoorbeeld p en q, b en d, en met volgorde in woorden (zodat omkeringen en weglatingen het gevolg zijn)
moeite met het inprenten van reeksen (bijv. tafels), met het onthouden van woordcombinaties, uitdrukkingen en gezegdes

Signalen voor dyslexie in groep 4 kunnen zijn:

een hekel aan hardop lezen
lang spellend lezen
veel radend lezen
vaak struikelen bij het lezen
vaak een woord overslaan
delen van woorden weglaten
woorden die hetzelfde klinken door elkaar halen
opvallend veel spellingfouten maken
een groeiend verschil tussen het leesvermogen en het vermogen een verhaal te begrijpen

3. Signalen bovenbouw Basisonderwijs
Het leesonderwijs in de bovenbouw van de basisschool is erop gericht om leerlingen steeds meer woorden te leren lezen, steeds zelfstandiger te maken en door middel van lezen informatie op te laten doen en hun kennis uit te breiden.

De signalen van dyslexie in de bovenbouw zijn:

een toenemende weerstand tegen leestaken
een toenemende faalangst
opvallende kenmerken bij

a. hardop lezen: 
te traag leest
veel spellend leest
veel fouten maakt door het raden van woorden 
een grote weerstand en/of faalangst tegen leesbeurten ontwikkelt
b. spelling:
veel spellingsfouten maakt bij vrije schrijfopdrachten
vaak fonetisch spelt (letterlijk opschrijft wat hij hoort)
de spellingsregels slecht onthoudt 
zichzelf niet of nauwelijks corrigeert
c. schrijven:
een traag schrijftempo heeft 
vaak een onleesbaar schrift heeft met veel doorhalingen (hoeft niet door een motorisch probleem te komen)
d. snel benoemen:
problemen heeft met het onthouden van namen of het ophalen van namen uit het geheugen, bijvoorbeeld bij vakken als geschiedenis en topografie.

4. Signalen Voortgezet Onderwijs
Soms wordt dyslexie pas ontdekt als uw kind al naar het voortgezet onderwijs gaat. Dit kan komen doordat de basisschool het niet heeft herkend of omdat de leerling door een zeer goede intelligentie in staat was de problemen te camoufleren.

In het voortgezet onderwijs vallen deze kinderen dan op omdat ze:

moeite hebben met heel veel nieuwe woorden tegelijk moeten leren
moeite hebben om onder tijdsdruk te moeten presteren
moeite hebben vreemde talen te leren (moeilijke spellingsregels)
moeite hebben met het aanbrengen van structuur in het huiswerk

Dyslexie bij meertalige kinderen
De meeste allochtone kinderen zijn tweetalig. Vaak spreken deze kinderen thuis voornamelijk in hun moedertaal en leren het Nederlands in een veel lager tempo en op een later tijdstip. Wanneer deze kinderen naar school gaan, hebben ze al direct een achterstand bij het Nederlands praten en verstaan. 

Bij deze leerlingen wordt dyslexie op school vaak niet herkend. Problemen met lezen en schrijven worden bij hen vaak op de algehele problemen bij het leren van het Nederlands geschoven. Dyslexie komt bij ééntalige en meertalige leerlingen echter in dezelfde mate voor.
Een specifieke risicogroep vormen de kinderen die ook in hun moedertaal fonologische problemen (herkennen van klankstructuren in een woord) hebben. Het hebben van een fonologische probleem is een belangrijk kenmerk van dyslexie.