Dyslexie | Bijkomende problemen

Bijkomende problemen bij dyslexie

Comorbiditeit
Dyslexie komt vaak voor in combinatie met andere leerstoornissen, zoals dyscalculie, met aandachtsstoornissen (ADHD), motorische stoornissen (DCD) en spraak-/taalstoornissen.

Wanneer twee stoornissen meer dan gemiddeld gelijktijdig voorkomen, noemt men dit comorbiditeit. Bij al deze stoornissen is er net als bij dyslexie sprake van een probleem met de informatieverwerking in de hersenen.

Soms hebben kinderen met dyslexie ook problemen met het onthouden van talige informatie. Verder komt het relatief vaak voor dat zij grote moeite hebben hun werk te structureren.



Dyslexie en dyscalculie
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen berekenen’. Kinderen met dyscalculie slagen er niet in zich basisrekenvaardigheden vlot eigen te maken. Er is bij hen sprake van een beperkte ‘rekengeschiktheid’ in vergelijking met wat ze kunnen begrijpen van rekenen/wiskunde.

Het is net als bij dyslexie in feite een andere term voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden, die niet worden veroorzaakt door een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs.

Als een kind met dyslexie rekenproblemen heeft, hoeft dat niet het gevolg te zijn van dyscalculie. Rekenproblemen kunnen ook optreden door problemen met het verwerken van de talige informatie van het rekenen.


Dyslexie en ADHD
Dyslexie en ADD/ADHD komen vaak samen voor. Bij ongeveer 25% van de leerlingen met dyslexie is ook sprake van ADD/ADHD. Omgekeerd komt bij 50% van de kinderen met ADD/ADHD dyslexie voor. Kinderen met ADD/ADHD  hebben sterker en vaker dan gemiddeld last van aandachts- en concentratieproblemen, impulsiviteit en hyperactiviteit. Als dyslexie en ADD/ADHD in combinatie voorkomen, heeft het kind een dubbel probleem. Het is wel belangrijk om te onderscheiden waar de problemen vandaan komen. Heeft het kind bijvoorbeeld moeite met geconcentreerd lezen, omdat het lezen zèlf moeilijk gaat of omdat er sprake is van een aandachtstekort?


Dyslexie en DCD (motorische problemen)
Soepel bewegen, praten, uit je woorden komen, jezelf aan- en uitkleden, tandenpoetsen, billen afvegen, met mes en vork eten, veters strikken, een bal gooien en vangen, met een pen schrijven etc. Het lijkt allemaal zo gewoon dat kinderen deze vaardigheden leren. Maar bij sommige kinderen gaat het niet zo makkelijk.

Deze vaardigheden leert een kind door te oefenen. Door het herhalen worden de gegevens die nodig zijn bij het uitvoeren van deze handelingen opgeslagen in de hersenen. De vaardigheid raakt dan geautomatiseerd en kan zonder er bewust over na te denken worden uitgevoerd.

Bij sommige kinderen zijn deze vaardigheden na normaal oefenen niet geautomatiseerd. Dat kunnen kinderen zijn met DCD: een Developmental Coordination Disorder.

Motorische problemen kunnen in combinatie met dyslexie voorkomen. Een slecht leesbaar handschrift veroorzaakt door motorische problemen, kan het uitvoeren van de schrijftaken die door de dyslexie al moeilijker zijn, extra lastig maken. Aandacht voor beide problemen is dus belangrijk.

Een slecht handschrift hoeft echter niet het gevolg te zijn van een slechte motoriek. Dit kan ook komen door alle aandacht van het kind uitgaat naar de koppeling van letters en klanken, waardoor er geen aandacht meer over is voor het schrijfbeeld.


Dyslexie en spraak-/taalstoornissen
Taalontwikkelingsstoornissen komen vaak voor bij kinderen die later dyslexie ontwikkelen. 40 tot 50% van de kinderen met taalproblemen krijgen later ook leesproblemen.

Bij directe vergelijking van kinderen met ernstige taal-/spraakproblemen en kinderen met dyslexie blijkt dat beide groepen problemen hebben met dezelfde dingen:

het fonologisch bewustzijn (aan elkaar plakken van klanken of ontleden van klanken in een woord)
het nazeggen van woorden en zinnen (moeite met onderscheid maken tussen spraakklanken)
de spraakperceptie (verwerken van spraak)
het beoordelen of een zin goed of fout gevormd is (grammatica)

Er bestaat dus een overlap tussen de groep taalgestoorde kinderen en de groep kinderen met dyslexie.

Hoogbegaafdheid
Bij kinderen die hoogbegaafd zijn, wordt dyslexie vaak erg laat of helemaal niet ontdekt. Ook bij hoogbegaafde kinderen komt dyslexie voor.